zondag 24 januari 2010

Heimelijk kijken

Met wat ik nu ga opschrijven loop ik het risico dat ik door een groot deel van mijn vrienden- en kennissenkring hartelijk uitgelachen word. Ook is het mogelijk dat ik juist door die vrienden en kennissen in het hart word gesloten omdat ik net als zij tot het geheime-genootschap-van-LHOTP-liefhebbers behoor. In dat geval word ik wellicht bewonderd vanwege mijn moed ‘uit de kast te komen’.

Een van de aantrekkelijke aspecten van het bestaan als zzp’er is de mogelijkheid om je eigen dagindeling te maken. Vaak komt dat neer op ’s avonds en in het weekend werken - het (niet) nemen van pauzes is een van de diepste valkuilen van de alleen werkende ondernemer - maar het geeft je ook de gelegenheid om elke werkdag om 17:00 uur de televisie aan te zetten om naar een favoriet programma te kijken. Elk normaal mens is op dat moment nog aan het werk of staat in de keuken, dus mijn hoop dat ik veel medestanders vind, is niet erg groot. Maar misschien brengt dit verhaal daar verandering in.

Het televisieprogramma waar ik het over heb, is een reprise van een serie die vroeger door de EO werd uitgezonden. Toen was dat alleen al een reden om niet te kijken. Dat het nu door schreeuwlelijk SBS6 wordt gebracht is ook niet echt een pre - het programma wordt daar eerder gezien als een kapstok voor irritante reclameblokken - maar een vlammend pleidooi in de VPRO-gids van alweer een jaar of twee terug heeft ons nieuwsgierig gemaakt en sindsdien proberen we geen enkele aflevering over te slaan. (Wel moet ik toegeven dat de luxaflex dicht gaan en onze stoelen zoveel mogelijk uit zicht staan.)

Het is inderdaad zo, dat de serie een hoog EO-gehalte heeft, maar blijkbaar kunnen we ons daar nu wel overheen zetten. Godsdienst is in de tijd waarin de serie speelt, gewoon een dagelijks onderdeel van het leven. En behalve de humor, het mooie acteren en de veelzijdigheid van de verhalen is het ruwe bestaan van de 19e eeuw de kracht van Little House On The Prairie (want daar heb ik het over - hè hè het is eruit). Het geeft een prachtig beeld van de Amerikaanse geschiedenis in de tijd van de pioniers. En hoewel het eigenlijk een serie voor kinderen is, is geen enkel onderwerp taboe. Discriminatie van zwart, indiaans of joods, dronkenschap, kindermishandeling, verliefdheid, onderwijs, rednecks, ouwe vrijsters, vrouwenrechten, verkrachting, armoede, ziekte, gehandicapt zijn, de dood, je kan het zo zot niet verzinnen of Laura Ingalls Wilder (het zijn haar verhalen) heeft er over geschreven. Daarnaast: de opkomst van de telefoon, de spoorwegen, de goudmijnen, eigenlijk is dit het Amerikaanse cultuurgoed in een notendop.

Natuurlijk zijn sommige karakters dik aangezet en uitvergroot: Harriet Oleson als de zwart-witte bemoeizieke, arrogante en intens domme roddelaarster, haar zoontje Willie, die altijd overal de schuld van krijgt (en heeft) en die altijd in de hoek moet staan, maar ook vader Charles Ingalls die altijd voor alles een oplossing heeft of in ieder geval de juiste woorden weet te vinden. Bij de eerste aanblik van een nieuw karakter in de serie weet je al of het personage een ‘good’ of ‘bad guy’ is. De afleveringen hebben ook allemaal wel een soort happy end, voor zover dat mogelijk is met een blind geworden dochter, een mislukte oogst of een gestorven huisdier.

Alle personen in de serie beginnen jong, de hoofdpersoon Laura ('half pint') is zes, en aan het eind van de negen seizoenen is iedereen minstens vijftien jaar ouder, Laura is getrouwd, heeft zelf een kind en is onderwijzeres. Het is de Trumanshow, maar dan echt, 204 afleveringen lang.

Enfin, nu weten jullie het allemaal. Als jullie me de volgende keer dat jullie me zien, niet meer aankijken of uitlachen, weet ik hoe het komt. Tegen de anderen zou ik willen zeggen, welkom bij de club.
www.seriejunkies.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten