maandag 22 november 2010

De vuige vijand, deel 4

Even de laatste details.

Blijkbaar willen ze er vaart achter zetten, voordat de tumor nog groter wordt: ik word zowaar 30 november al geholpen. Vanaf maandagmiddag 29 november ben ik dus voor een paar dagen (zeg maar tot het weekend) niet beschikbaar.

Zodra er iets nieuws te melden valt, zal ik het als bericht op dit blog plaatsen. Nu maar even wat radiostilte.

woensdag 17 november 2010

De vuige vijand, deel 3

Als iemand me twee weken geleden had gevraagd hoe ik me voelde, zou ik zonder aarzelen (met de bekende Walteriaanse stembuiging) 'goe-hoed' gezegd hebben. Dat antwoord geeft mijn moeder steevast als ik haar aan de lijn heb. Dat goe-hoed betekent eigenlijk dat het wel gaat, gezien de omstandigheden; ze vindt nu eenmaal dat ze niet veel meer mag verwachten van het leven als je de 90 gepasseerd bent. Je kunt niet veel meer, alles wordt minder, de wereld wordt kleiner en kleiner, omdat er steeds meer mensen rondom wegvallen. Toch is het bewonderenswaardig hoe mijn beide ouders omgaan met die situatie. Als je niets meer van het leven verwacht, kan het ook niet tegenvallen en ben je blij met al het positieve dat in je schoot wordt geworpen.

Misschien zit die houding ook wel een beetje in mijn genen. Ik zou op bovenstaande vraag op dit moment nog steeds 'goed' antwoorden, maar onwillekeurig wel met een achterliggende gedachte. Want het zou zomaar ineens ook slecht met me kunnen gaan. Sinds ik weet van de tumor let ik meer op kleine signalen van m'n lijf dan daarvoor. Sterker nog, je begint ineens allemaal pijntjes te voelen, die je daarvoor niet had. Heel natuurlijk, maar onvermijdelijk. Gelukkig heb ik nog voldoende om m'n aandacht af te leiden. Ik werk gewoon door, ik doe mijn kookbeurten en af en toe moet het huis ook schoongemaakt worden. Toch is er een verschil. Toen ik nog voor de klas stond en ik een keer met griep of iets dergelijks thuis bleef, was ik in staat om te 'genieten' van m'n ziek zijn. Ik had hooguit wat zorgen over of mijn vervanger de klas wel aankon of zoiets zots, maar ik kon er gewoon vanuit gaan dat het sociale vangnet zijn werk zou doen. Nu voel ik me helemaal niet ziek, maar ik zit wel in een molen van ziekenhuisbezoeken die veel tijd kosten. En hoewel ik me goed voel, ben ik toch geneigd om mezelf een beetje te gaan zitten 'pamperen', terwijl eigenlijk het werk gewoon door moet gaan.

Het gesprek met de oncologisch verpleegkundige heeft niet veel nieuwe inzichten opgeleverd. Het is nu een kwestie van afwachten - de tijd gaat snel, dus dat zal vast wel lukken - en geen zware kratten bier sjouwen. En ik neem me voor om me goed ( en niet 'goe-hoed') te blijven voelen.

En ondertussen ...
begint het in de PVV steeds meer te rommelen. Nu is er een lid dat beweerd heeft schoolhoofd te zijn geweest. Dat is niet het geval en dat heeft hij ook toegegeven, maar 'Als ik het had geambieerd, had ik het wel kunnen zijn, want ik heb m'n diploma's'. Knettergek. En Rutte vindt blijkbaar net als Machiavelli dat het doel alle middelen heiligt. Zolang de meerderheid van 76 zetels gegarandeerd is, mag de PVV zelf uitmaken wat voor een mensen het binnen zijn gelederen heeft. Knettergek in het kwadraat.

dinsdag 16 november 2010

De vuige vijand, deel 2

Gisteren half Nederland afgereisd. Eerst naar Delft, op aanraden van zuslief die daar als arts werkt en de uroloog van het RDGG heeft aanbevolen. De afstand van Ruurlo naar Delft moet normaal gesproken in ruim anderhalf uur afgelegd kunnen worden, maar op maandagochtend kost dat toch bijna een uur meer, waardoor we nog maar net op tijd op onze afspraak waren.

Na het hypermoderne Gelre ziekenhuis in Zutphen was het in Delft wel even slikken. De patientenregistratie duurde gauw tien minuten, terwijl dat in Zutphen een kwestie van een halve minuut was. De wachttijd in Delft was een halfuur, in Zutphen was het hele afsprakensysteem zo efficient geregeld, dat je precies wist waar je aan toe was. Daar waren de wachttijden minimaal en de planning liep nauwelijks vertraging op.

Overigens was de klantvriendelijkheid in Delft net zo goed als in Zutphen. Ik ben goed geholpen en goed geadviseerd. Uiteindelijk leek het de dienstdoende uroloog toch verstandiger gezien het formaat van de tumor om me door te sturen naar Emmen, waar de expert op het gebied van laparoscopische nieroperaties zetelt : 8 centimeter is eigenlijk op of net over de grens van wat laparoscopisch beschouwd nog verantwoord is. Dan is het beter om de topexpert in te schakelen. Hij was zo attent om gelijk naar deze Ben Knipscheer te bellen en kreeg het voor elkaar dat ik gelijk deze middag in Hardenberg bij hem terecht kon.

Weer de auto in voor een volgende reis van bijna twee uur. Bij dokter Knipscheer (nomen est omen) kregen we hetzelfde verhaal te horen: kwaadaardige tumor, netjes ingekapseld, voor zover zichtbaar geen uitzaaiingen, goed te opereren, wel een joekel, maar nog wel met een kijkoperatie te doen. '2 december is er waarschijnlijk plek, maar dan moet ik nog wel even contact opnemen met m'n collega in opleiding, want die wordt vast boos, als ik zonder haar zo'n grote jongen eruit haal.'

Ik kwam niet toe aan m'n vragenlijstje, maar dat lukt morgen waarschijnlijk wel als ik bij de oncologische verpleegkundige moet aantreden. Zo ben ik bijvoorbeeld erg benieuwd of ik m'n laptop mee mag nemen en of er in de boekhandel van het ziekenhuis goeie sudokubundeltjes verkocht worden. Want je moet je dag wel doorkomen in zo'n ziekenhuisbed.

En ondertussen ...
lezen we in de krant dat meneer Lucassen mag blijven, ondanks dat hij jokkie-jokkie heeft gedaan tegen zijn baasje. Vanochtend op de radio werd aan de auteur van 'Wilders, de tovenaarsleerling' gevraagd hoe het toch komt dat de PVV dit soort mensen aantrekt. Het antwoord was dat mensen zonder een strafblad dat graag zo willen houden, maar ook dat kritische mensen die willen toetreden geweerd worden. Wilders eist absolute loyaliteit aan de leider. Waar heb ik dat toch eerder gehoord?

zondag 14 november 2010

De vuige vijand, deel 1

De boodschap dat er een kwaadaardig gezwel in je lijf zit, zorgt ervoor dat je je leven ineens in een heel ander perspectief ziet. Vreemd genoeg was m'n reactie op de mededeling van de uroloog - die wel empatisch maar tegelijkertijd ook zeer zakelijk zijn verhaal deed - vrij laconiek en gelaten. En hoewel ik nu, drie dagen later, aan weinig anders kan denken, ben ik nog steeds niet echt in paniek. Zoals zo vaak treedt er een mechanisme in werking dat je van een bepaalde gebeurtenis de positieve kant ziet. Toen de laatste serieuze aspirantkoper van ons huis voor een andere woning had gekozen, waren we opgelucht. Stel je voor, al die rompslomp van verhuizen. We willen eigenlijk helemaal niet weg hier. Aan de andere kant, als ons huis wel verkocht zou zijn, zouden we ons verheugen op een nieuw leuk huis, met alle mogelijkheden vandien.

Er bestaat een prentenboek - de titel is mij ontschoten - waarin wordt verteld over een man (het kan ook een dier geweest zijn), die voortdurend wordt geplaagd door kleine ongelukjes. Die kleine tegenslagen behoeden hem echter steeds voor grotere rampen. En iedere keer roept hij weer uit:'Wat een geluk, dat (bijvoorbeeld) die tak bovenop mijn hoofd viel, anders was ik zeker door de bliksem getroffen, en dat zou veel erger geweest zijn!'

Zo werkt het dus en zo voel ik het ook. Ik mag van geluk spreken dat deze kanker bij toeval is ontdekt en dat het zo op het eerste gezicht goed te behandelen is. Ik houd mezelf voor dat ik na de operatie weer als nieuw ben. Een mens kan goed leven met een enkele nier, zoals een vliegtuig ook met één motor nog een aardige landing kan maken.

De gesprekken in huis nemen een andere wending. Het is zoals partner G. zegt: de vuige vijand is ook in ons leven binnengedrongen. En je moet het ermee doen. Er zijn zoveel mensen die er ook mee te maken hebben, waarom zouden wij de dans ontspringen? Je kijkt onwillekeurig terug op je leven en komt tot de conclusie dat je het niet eens zo slecht gedaan hebt en dat je veel geluk hebt gehad, veel mooie dingen hebt meegemaakt, vriendschappen hebt gesloten en taken hebt vervuld. Tegelijkertijd ga je ervanuit dat het nog lang niet afgelopen is. De vooruitzichten zijn op zich bemoedigend, de tumor ziet er netjes ingekapseld uit en er zijn zo op het eerste gezicht geen uitzaaiingen, maar je weet het natuurlijk nooit. De operatie zal door een gerenommeerde uroloog gedaan worden. Als het even meezit via een laparoscopie (je leert tussen neus en lippen door nog wat nieuwe woorden erbij), anders via een open operatie. Vier dagen in het ziekenhuis, vier weken revalideren, maar werken zal vermoedelijk wel gaan.

En ik krijg eindelijk weer eens een nieuwe pyjama.

Wordt vervolgd.

zaterdag 13 november 2010

Nieuwe ziekenhuizen

Kort geleden heb ik mogen kennismaken met het nieuwe Gelre ziekenhuis in Zutphen. Een waarlijk inspirerende ervaring, zo efficiënt als daar de zaken geregeld zijn. Dat ondanks die efficiëntie de klantvriendelijkheid niet is ondergesneeuwd, mag als een compliment opgevat worden. En dat er ook nog eens is nagedacht over een prettige vormgeving van bijvoorbeeld het meubilair en de kleuren van vloerbedekking en muren, is ook mooi meegenomen.

Voor het onderzoek dat plaats zou vinden, moest ik behalve een verwijsbrief en een overzicht van de gebruikte medicijnen ook een identiteitsbewijs meenemen. Het was alweer heel lang geleden dat ik een ziekenhuis van binnen had gezien, dus ik was reuze benieuwd hoe een en ander tegenwoordig geregeld is.

In de aankomsthal staat een viertal aanmeldingspalen opgesteld, waarop je via een beeldscherm geïnstrueerd wordt. Je moet je rijbewijs of paspoort op een glazen plaat leggen, je identiteit wordt herkend en op het scherm wordt gevraagd of je inderdaad die en die persoon bent. Na bevestigend te hebben geantwoord (groene knop) word je vriendelijk gedag gezegd: Goedemorgen, meneer Walter, u heeft om 9:00 uur een afspraak met dokter Huppelepup op afdeling zoveel. Neem uw bonnetje uit de lade en volg route 1.21. Uiteraard lopen er wel verscheidene mensen te patrouilleren om de patiënt in spe te helpen als die er niet helemaal zelf uitkomt.

Op de afdeling waar je naartoe gestuurd bent, zit een secretaresse die je eventueel verder kan helpen en hangt er een volgende scanner die je bonnetje bekijkt en via het beeldscherm meldt: Goedemorgen, meneer Walter, gaat u rustig zitten, binnen 7 minuten wordt u gehaald.

Vooral dat ‘goedemorgen, meneer Walter’ stelt een patiënt op z’n gemak. Gedurende de zeven minuten dat ik heb zitten wachten heeft de scanner in kwestie alleen maar positieve reacties mogen ontvangen. De meeste mensen blijken gewoon ongegeneerd terug te praten tegen zo’n machine.

Een opvallend detail in de vormgeving van het interieur vond ik de balies: die waren gemaakt van een soort verend rubber, het soort dat op schoolpleinen onder schommels en klimrekken wordt neergelegd. In kek paars uitgevoerd . Blijkbaar heeft het ziekenhuis ervaringen met mensen die niet onzacht met zo’n balie in aanraking zijn gekomen en probeert het op deze manier het aantal schadeclaims te beperken.

Overigens zal ik de komende tijd wel wat vaker en meer ziekenhuizen van binnen gaan bekijken. In het Gelre Ziekenhuis kwam ik voor een MRI-scan in verband met wat vage, maar hardnekkige rechterbilklachten. Op die scan (alweer een scan) was niets te zien wat die rugklachten afdoende kon verklaren. Wel was men niet gerust op een vlek bij de linkernier. Voor de zekerheid gelijk toch nog maar even een CT-scan en een spoedafspraak met de uroloog erachteraan.

En inderdaad, een week later vertelt de uroloog dat er op de linkernier een kwaadaardig gezwel van acht centimeter is aangetroffen en dat die nier er dus uit moet.

(Wordt vervolgd)

dinsdag 9 november 2010

Mooie fotovoorstellingen op je website

Het wordt steeds gemakkelijker om op een website een mooie fotopresentatie te geven. Er zijn bedrijven die zich specialiseren in het ontwerpen van zogenaamde 'skins', waarin het fotomateriaal op een bepaalde gelikte manier wordt getoond: als een 'gewone' diavoorstelling, maar ook als carroussel, een driedimensionele toren of een ex- of imploderend thumbnailoverzicht. Steeds weer worden er nieuwe skins met namen als 'imageflow', 'bananalbum' of 'pageflip' aan de verzameling toegevoegd.

Ik heb het hier over het programma J-album. Het concept is even simpel als doeltreffend. De software van J-album moet worden gedownload. De foto's van de gebruiker moeten naar een bepaalde map gesleept worden en de gebruiker kan dan zelf het uiterlijk van de voorstelling bepalen. Het programma is zeer gebruikersvriendelijk. Je kunt als je wilt op vrij eenvoudige wijze nog wat persoonlijke instellingen wijzigen. Een kwestie van de gegevens uploaden naar de server en er rolt een prachtige fotovoorstelling uit. Je krijgt de url er gratis bij. Deze url kun je aan je familie en vrienden sturen en iedereen kan meegenieten.

Inbedden in een eigen website is vrij eenvoudig. Een bepaalde code op de juiste pagina plaatsen is voldoende. Gelukkig voor mij als webdesigner zijn er nog veel mensen die dat nog een brug te ver gaat.

Het toevoegen en wijzigen van foto's is erg eenvoudig. Inloggen bij je account, de juiste voorstelling openen en foto's toevoegen, verwijderen of wijzigen. Opnieuw naar de server uploaden en 'Bob's your uncle'.

Voor wie dit verhaal nog net effe te hoog gegrepen is, kom ik het graag een keertje uitleggen. Het programma J-album is gratis voor de gewone niet-commerciele gebruiker, de uitleg duurt hooguit een half uurtje, en dat kost dan niet meer dan vijfentwintig eurootjes (excl. btw en reisgeld).

Voor wie wat voorbeelden zien van werkende J-albumfotovoorstellingen kan terecht op www.webuplease.nl/presentatie_jalbum/index.html. Daarna kun je bellen of mailen. Contactinformatie staat op www.webuplease.nl

dinsdag 2 november 2010

Mulisch

Na z’n dood zijn Mulisch’ boeken niet aan te slepen. De uitgever dacht dat hij voldoende exemplaren op de plank had liggen, maar dat blijkt een misvatting te zijn. Die koopdrift is waarschijnlijk uit te leggen als een soort postume verontschuldiging:
‘Het spijt me dat ik je niet heb gelezen toen je nog leefde’. Dat gevoel heb je nu eenmaal als er iemand gestorven is: dan heb je wroeging over het feit dat je hem of haar niet wat vaker hebt opgezocht of dat je de laatste keer dat je hem/haar zag niet erg aardig bent geweest.

Op de middelbare school heb ik een keer een werkstuk over Harry Mulisch geschreven. Dat was riskant, want Mulisch werd gezien als een moeilijke, onaangepaste schrijver. Zelf was ik een recalcitrante puber, die het ook nog eens hoog in de bol had, dus een werkstuk over Mulisch leek me een passende keuze.
Hierboven schreef ik dat ik een werkstuk over Mulisch heb geschreven. Dat is niet helemaal waar. Het moet zijn: ik heb een werkstuk over Mulisch overgeschreven. De broer van een vriendin - ik denk dat ik het nu wel wereldkundig mag maken - Paul van Heugten genaamd, had ooit over Mulisch geschreven en dat werkstuk was door de leraren Nederlands goed ontvangen. Ik weet niet meer of Paul op dezelfde middelbare school zat als ik, maar blijkbaar werd ik niet gehinderd door enige scrupules en nam ik het risico om betrapt te worden op de koop toe. (Nu realiseer ik me dat Paul van Heugten het werkstuk zelf misschien ook wel heeft gekopieerd)

Uiteraard heb ik wel een paar boeken van Mulisch gelezen voordat ik het werkstuk heb ingeleverd. Ik herinner me dat ik Archibald Strohalm, Het Stenen Bruidsbed en Voer Voor Psychologen heb doorgeworsteld. Van het laatste boek (natuurlijk het stoerste) begreep ik overigens geen biet. En ook de diepere lagen die in Het Stenen Bruidsbed blijken te zitten, heb ik niet als zodanig herkend.

Ik zou absoluut niet meer kunnen zeggen wat er in het werkstuk stond. Op een goeie dag heeft de leraar Nederlands de werkstukken besproken en teruggegeven. Tegen mij zei hij (en dat weet ik nog wel heel goed) dat hij het een heel goed werkstuk vond, maar dat er een bronvermelding ontbrak. Hij zou me een 9 geven als ik die bronvermelding nog zou toevoegen. Als ik dat niet deed, zou het werkstuk slechts een 8 waard zijn. Ik hoefde niet lang na te denken: ik nam genoegen met een 8.

Ook ik ben van plan om Mulisch’ werk te gaan herlezen, al is het alleen maar om niet het gevoel te hebben dat ik iets heb gemist. De hele wereld is lyrisch over zijn schrijverschap, dus zal er wel iets van waarheid in zitten.

Mulisch beschouwde zichzelf als de Grote Een. Ik mag dat wel, die zelfspot en die gespeelde arrogantie. Ik geloof Jan Mulder, die zegt dat Mulisch een ongelooflijk aimabele man was, maar mensen door zijn gedrag op een afstandje wilde houden om tijd over te houden om te doen wat hij blijkbaar het liefste deed: schrijven.

Laten we hopen dat Mulisch niet hetzelfde lot zal ondergaan als grote schrijvers als Vestdijk of Louis Paul Boon. Auteurs die vlak na hun dood nog even flinke verkoopcijfers halen, maar langzamerhand worden vergeten.

Onderstaande link heeft niet veel met Mulisch te maken en toch ook weer wel: Mulisch beschouwde zichzelf een beetje als het centrum van het universum. Dat hij dat waarschijnlijk niet is, probeert het volgende filmpje te laten zien.

http://htwins.net/scale/index.html