dinsdag 26 oktober 2010

De verpakking

Echt belangwekkend is het niet, maar af en toe kom je in het dagelijks leven iets tegen dat enerzijds vragen oproept over het nut en de noodzaak en anderzijds bewondering opwekt voor degene die het heeft uitgevonden.

Zo heb ik van de week een nieuw apparaat aan mijn kantoorverzameling toegevoegd. Het ding was keurig verpakt in een kartonnen doos met een gelikte foto op de voorzijde en een handig draaghendeltje. Niks nieuws onder de zon.

Bij het uit de doos tillen van het apparaat viel me al op hoe ingenieus het was ingepakt. Normaal gesproken rust het voorwerp (in dit geval een drie-in-een-scanner) in een bedje van een soort piepschuim, dat perfect de vormen van het apparaat volgt en waarin dat apparaat dus klemvast en schokvrij vervoerd kan worden. Hoewel ik de mogelijkheden om het afvallige piepschuim opnieuw te verwerken tot nieuwe materialen niet kan inschatten, leek het me toch een aardig systeem. Maar blijkbaar staat de ontwikkeling van inpakmateriaal niet stil.

Voor de doos van mijn nieuwe scanner heeft een ware liefhebber van ruimtelijke vormgeving en driedimensionale meetkunde zich behoorlijk uitgeleefd. De gedachte erachter zal ongetwijfeld te maken gehad hebben met het feit dat al het opvulmateriaal (want meer is het ogenschijnlijk niet) van karton gemaakt, dus recyclebaar is, dat het gewicht van de doos economisch meer verantwoord is en dat de ruimtes die bij het vouwen ontstaan, prettig gevuld kunnen worden met kleine onderdelen en allerhande snoertjes.

Toen ik nog voor de klas stond, had ik als onderdeel van de technieklessen voor de kinderen een opdracht gemaakt om een opvouwbare opbergdoos van bijvoorbeeld Ikea te analyseren en op kleinere schaal na te bouwen. Een taak die veel kinderen leuk vonden om te doen, maar die ook knap moeilijk bleek te zijn. Het doet een behoorlijk beroep op rekenkundig vermogen, nauwkeurig werken en ruimtelijk inzicht. Wat de kinderen moesten (na)maken was een uit één stuk karton bestaande vorm met wat gerilde vouwlijnen en met lipjes die in gleufjes moesten passen om het geheel bij elkaar te houden en waardoor het geheel een bepaalde stevigheid kreeg.

Nu het verpakkingsmateriaal van de scannerdoos. Het is een waar kunstwerk. Een van de twee hoekelementen bestaat inderdaad uit één stuk karton, maar daar houdt de gelijkenis met mijn bescheiden techniekdoos dan ook op. Op allerlei plaatsen zijn er in het karton gaten gestanst, vouwlijnen geritst, en flapjes, lipjes, randjes en klepjes gefabriceerd. Eenmaal in elkaar gevouwen is het een vierkante kartonnen pilaar met vakjes, uitsparinkjes, dwarsverbindingen en steunberen waar je met gemak een worstelaar van 150 kilo op kunt parkeren (bij wijze van spreken dan). Het bouwsel biedt inderdaad plek aan snoertjes, stekkertjes, cd-rommetjes, verloopstukjes en adaptertjes en weegt nagenoeg niets.

Je vraagt je af wie in staat is om zoiets uit te vinden. Welke vooropleiding is hiervoor vereist en in welke salarisschaal zit deze uitvinder? En als je zo’n mal hebt ontworpen, ben je er nog niet. Er moet een machine ontwikkeld worden die in staat is al die vreemdvormige stukken karton uit te snijden en exact op de juiste wijze te stansen, voor te vormen en te vouwen. Want dat moet wel gezegd: als je zo’n stuk karton eenmaal hebt uitgevouwen, is het een hele puzzel om hem weer in elkaar te zetten. Dat laatste heeft me meer tijd gekost dan het schrijven van dit stukje.

1 opmerking:

  1. www.verpakkingskundigen.nl
    www.nvc.nl
    industrieel product ontwikkeling, haagse hogeschool
    U Twente, verpakkingontwikkeling

    Groet,

    Mirjam Snel
    www.verpakkingsontwikkeling.nl

    BeantwoordenVerwijderen