zaterdag 15 mei 2010

De woorden van Wilders, en waarom ze werken

Vanochtend hoorde ik op de radio een interview met Jan Kuitenbrouwer naar aanleiding van zijn nieuwste taalboek: De woorden van Wilders en waarom ze werken (mooie alliteratie). Daarin doet hij onderzoek naar het taalgebruik van politici, in het bijzonder dus Geert Wilders, en probeert hij te achterhalen waarom Geert Wilders zo ongelooflijk scoort met zijn uitspraken, oneliners en neologismen (en dooddoeners).

Het bekende werk van Jan Kuitenbrouwer (Turbotaal, Lijfstijl, Percies!) heb ik nooit echt gelezen. Ik heb een soort natuurlijke aversie tegen hip en trendy taalgebruik en vereenzelvigde Kuitenbrouwer (waarschijnlijk volkomen onterecht) met de inhoud van z’n boeken. Na het beluisteren van het interview en na het bekijken van zijn weblog kijk ik iets anders tegen zijn schrijven en zijn persoon aan. Hij is namelijk behalve belezen en kritisch ook af en toe ongemeen grappig.

Terug naar de taal van Wilders. Een paar voorbeelden van inmiddels al bijna ingeburgerde uitspraken: kopvoddentax, multicul, tsunami van islamisering, grachtengordelgeneuzel, en de laatste opzienbarende woordenparen Henk en Ingrid, Ali en Fatima.

Een - op dit moment, maar dat zal waarschijnlijk spoedig veranderen - iets minder bekende: dimmy: een woord voor een westerse burger die in een Arabisch land woont, ‘onderdanige handlanger van de islamisering’. Job Cohen is een dimmy, Pechtold is een dimmy, Wilders noemt Balkenende zelfs een dubbele dimmy: allodimmy, eurodimmy.

Dat Wilders een retoricus is, moge duidelijk zijn. Hij kent zijn klassiekers als het gaat om goed redenaarsschap. Hij hanteert technieken als herhaling van bepaalde goed bekkende zinsnedes, zijn opsommingen bestaan altijd uit minstens drie elementen, hij is niet wars van een flink potje schmieren en maakt grappen over de ruggen van anderen. Hij speelt in op emoties - dat heeft hij gemeen met bijvoorbeeld Martin Luther King of Barack Obama. Het verschil is dat hij zijn uitspraken niet beargumenteert. Maar daar maalt hij niet om. ‘Waarom zou je argumenten gebruiken, als je de mensen toch al bereikt met alleen oneliners?’ aldus Kuitenbrouwer.

Wilders neemt geen blad voor zijn mond. Veel van zijn aanhangers vinden het fijn dat er eindelijk eens iemand is opgestaan die hardop durft te zeggen wat ‘iedereen’ denkt. Ik betwijfel ten zeerste of zeggen wat je denkt een betere wereld tot gevolg zal hebben. Als ik tegen iedere aantrekkelijke vrouw die ik tegenkom, laat weten wat ik van haar vind, doe ik waarschijnlijk weinig mensen een plezier. Andersom zou ik tegen iedereen die ik niet sympathiek vind, moeten vertellen hoe de vlag erbij hangt, en ook dat levert een weinig aantrekkelijk beeld op.

Voor Geert Wilders ben ik echter bereid om een uitzondering te maken.
Ik hoop van harte dat het boek van Jan Kuitenbrouwer bij zal dragen aan het doorprikken van de wildersballon, aan het stoppen van de wildersgroei, aan de ontmaskering van deze dommagoog, pseudovrijheidsstrijder en levensgevaarlijke prins carnaval.

Wilders, profeet van de angst

Geen opmerkingen:

Een reactie posten