maandag 5 april 2010

Meer achtertuinperikelen

We weten niet hoe lang de euforie duurt, maar tot nu toe genieten we met volle teugen. Sinds een week wordt onze achtertuin door een drietal wilde konijntjes - bij wijze van spreken net uit het ei - gebruikt als racebaan en kantine. Ma konijn is waarschijnlijk verhuisd, want die zien we niet meer. Die denkt ook bij zichzelf: ‘Oprotten, zoek het nu zelf maar uit, ik ga de bloemen buiten zetten.’ Het is een prachtig gezicht zoals die drie musketiers over elkaar heen buitelen en over het gras rennen, zich ogenschijnlijk niet bewust van al de gevaren die op de loer liggen, om daarna weer doodgemoedereerd te gaan zitten knabbelen aan gras en kruidentuin. Hopelijk voor hen komt de buizerd die we één keer in de tuin met een verse duif hebben zien neerstrijken er niet achter, want dan is het leed vast niet te overzien.

De voorstelling is gratis, al weet je nooit precies wanneer de show gaat beginnen en hoe lang hij duurt. Maar het is de moeite van het wachten waard. Huppelen, rechtstandig omhoog springen, gekke bekken trekken, clownesk achter de oren krabben, tegen elkaar op botsen. Alleen met gespreide pootjes op hun rug liggen ontbreekt op hun repertoire, maar dat komt misschien als de genoemde buizerd mee gaat doen.

Overigens zijn de konijntjes niet de enige levende wezens die actief zijn in de tuin. De twee nestkasten worden druk bezocht door pimpel- respectievelijk koolmees. De pimpelmezen houden er een wonderlijk ritueel op na. We hebben nog niet weten te doorgronden wat de bedoeling is van het voortdurend tegen het schuurraam opvliegen. Ik heb het een minuut of wat zitten observeren. Recht tegenover de nestkast staat een rozenboog, vanwaar de pimpelmees in een rechte lijn zijn huis kan binnengaan. Een perfecte aanvliegroute, zou je zeggen. In plaats daarvan vliegt hij eerst een paar keer in volle vaart richting schuurvenster, remt op het allerlaatste moment weer af, probeert een halve seconde zijn evenwicht te bewaren op de sponning van het raam en vliegt weer terug naar zijn uitgangspositie. Pas na drie, vier keer het raam aangevallen te hebben, vliegt hij zijn nestkast binnen. Ik heb me afgevraagd of hij in de spiegeling van het glas een rivaal herkent die hij af wil schrikken. Aan de zijkant van ons huis hebben we twee glazen deuren en daar voert een staartmees exact dezelfde charge uit. Hij zit op een tak, vliegt richting raam, botst, kijkt beteuterd (dit laatste verzin ik er bij) en vliegt weer terug naar zijn tak. G. en ik hopen maar dat hij voordat hij zich te pletter vliegt lessen trekt uit zijn ervaringen. Ik kan me niet voorstellen dat die dreunen tegen het raam geen pijn doen.

Enfin, na de jammerlijke dood van hond Joep hebben we weer iets animaals om ons over te verheugen. Totdat de konijnen natuurlijk onze kruidentuin volledig hebben weggevreten en zelf ook aan het volwassen donderjagen beginnen. Op een plaag zitten we natuurlijk ook weer niet te wachten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten