zondag 14 februari 2010

Vloeken

Het laat zich gemakkelijk raden hoe hij gereageerd zou hebben als hem op het laatste moment de Olympische titel op de 5000 meter zou zijn ontfutseld. We hebben waarschijnlijk allemaal nog een hevig vloekende, schaatsen smijtende Kramer op ons netvlies, toen Fabris hem zo’n drie jaar terug zijn wereldrecord afsnoepte (dat Sven overigens na zes dagen weer op heroïsche wijze terugpakte). Want zo stoïcijns als hij zijn interviews geeft na de zoveelste overwinning, zo woedend is hij als hij iets wat hem toekomt, niet krijgt. En dan zou de ergste vloek niet toereikend geweest zijn.
Het idee van een verliezende Kramer, in combinatie met een mail die ik vanochtend kreeg, heeft mij doen googelen op het zoekwoord ‘vloeken’. Het leverde een paar aardige artikelen op, die weliswaar niet erg recent zijn, maar toch nog wel enige amusementswaarde hebben.

Eerst de e-mail van vanochtend. Die had als titel ‘when it’s ok to use the F word’ en was vergezeld door een aantal foto’s (zie onder deze column). Bij het bekijken van die foto’s kun je je inderdaad voorstellen dat er enige krachttermen de wereld in zijn geslingerd. Ik heb, eerlijk gezegd, zelf ook wel moeite om niet in vloeken uit te barsten, als ik op de paal schiet in plaats van in de goal (meestal roep ik dan zoiets als ‘shoot’ of ‘godfried bomans’, want ik probeer mijn eigen gedrag wel steeds te in de hand te houden). Als ik echter een hete pan met eten uit mijn handen laat vallen - dan noem ik het 'uit mijn poten laat flikkeren' - zal mij een hartgrondig gvd uit de mond ontsnappen. Ook de spreekwoordelijke spijker die op zijn kop getikt wordt, met de spijker bedoel ik natuurlijk mijn duim, zal met een joekel van een vloek gepaard gaan.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vloeken zin heeft. Ik citeer de column van Floris Blom (3-3-2008): ‘Ze zijn een uitlaatklep voor frustraties, ze leiden tot vermindering van spanningen en ze hebben een gunstig effect op de ervaren werkdruk. Ook legt de vloekende collega mogelijke conflictstof bloot. Dat kan juist verbetering van de sfeer op het werk en de samenwerking tussen collega’s tot gevolg hebben.’ Eerlijk gezegd heb ik hier mijn twijfels over.

Verder zoekend kom ik tot een aantal ‘smakelijker’ details. In het artikel ‘Vloekende mens vindt alles maar shit en fuck’ (20-2-2008) stelt Piet van Sterkenburg, hoogleraar lexicografie, dat vloeken niet meer is wat het is geweest en dat Engelse termen meer de overhand krijgen in het Nederlandse vloeken. Verder maakt de onderzoeker een onderscheid tussen Nederlanders, die elkaar vooral de kanker, de pest, aids en tering toewensen, en de Vlamingen die als het om vloeken gaat de voorkeur hebben voor genitaliën en fecaliën: krijg de schijt, kust mijn kloten.
Ook de stapelvloek ‘godverdommemiljardennondeju’, de grote broer van duizend bommen en granaten, doet het goed bij onze zuiderburen. Van Sterkenburg onthult ook nog zijn favoriete vloek: ‘Krijg een zweer aan je jongeheer’. Inderdaad zeer poëtisch.

Nu de foto’s. De mail had geen begeleidende tekst. Ook niet nodig. De beelden spreken voor zich.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten